de verhalensite van de StEG
In het voorjaar van 1945 wilde veldmaarschalk Bernard Montgomery met een tangbeweging het gebied tussen de Roer en de Rijn bevrijden. Onder de naam Operation Veritable (werkelijk of beslissend) startten de geallieerden een offensief dat tot de grootste en belangrijkste operaties uit de Tweede Wereldoorlog behoort. Operation Veritable, ook bekend onder de naam “Het Rijnlandoffensief” of “slag om het Reichswald”, werd opgezet. Rondom Nijmegen verzamelden zich begin februari een kwart miljoen geallieerde militairen. Op 8 februari begonnen ze, gesteund door 1500 kanonnen, een aanval op de Duitse verdedigingslinies. Terwijl een gecombineerde Brits-Canadese legermacht onder leiding van de Canadese generaal Crerar en de Britse luitenant-generaal Horrocks vanuit Nijmegen de aanval inzette, begonnen de Amerikanen in het zuiden (Roermond) met een offensief dat de naam “Grenade” droeg.
De tangbeweging die zo ontstond, moest de weg naar de Rijn en later naar meer oostelijk gelegen gebieden vrijmaken. Het slechte weer en de felle weerstand vertraagden de aanval aanzienlijk. Op 22 februari kwam deze zelfs vrijwel tot stilstand. De Amerikanen onder leiding van luitenant-generaal Simpson wisten op 23 februari de Roer over te steken en redelijk snel daarna de tangbeweging naar het noorden te voltooien.
Bij de voorbereiding van beide operaties was al snel duidelijk dat de aanvoer van troepen en materiaal (voedsel, wapens, munitie) en de afvoer van gewonden een logistiek probleem vormden. Dat werd mede veroorzaakt doordat de spoorbruggen bij Mook en Gennep niet beschikbaar waren. Beide bruggen waren namelijk door terugtrekkende Duitse troepen op 17 en respectievelijk 18 september opgeblazen. Station Nijmegen was overbelast en lag bovendien binnen het bereik van Duits geschut. Ook de inmiddels door geallieerden aangelegde baileybrug bij Oeffelt bood te weinig soelaas. Vandaar dat voor een bijzondere oplossing werd gekozen. Men besloot tot de aanleg van een militaire spoorverbinding tussen Wijchen en Hommersum. Verantwoordelijk voor de aanleg werd een genie-afdeling met de naam ROC: “Railway Operating Company”. Het waren in feite twee trajecten die werden verbonden door een reeds bestaande lijn (Nijmegen-Venlo). Het eerste deel (“Avoiding link of Division”) (Nederlands: “ontwijkende verbinding”) van 5 km lang liep van Wijchen via Neerbosch, Malden naar de spoorlijn Nijmegen-Venlo en sloot aan net ten noorden van het huidige zweefvliegveld. Het traject werd in vier weken tijd aangelegd.
Het tweede deel van de lijn werd “Hawkins Link” genoemd. Het begon bij station Molenhoek (Mook-Middelaar) en liep aan de oostkant van Mook. Via de Bovensteweg en de Fabritiusstraat bereikte men de Rijksweg. Het spoor liep aan de oostkant van de weg richting Plasmolen. Opmerkelijk was dat de weg aan beide zijden door rails werd begrensd: aan de westkant lag namelijk het spoor van de MBS-tram. Beide sporen liepen samen op tot aan camping De Geuldert (Plasmolen).
Vanaf daar volgde het militaire spoor een iets oostelijkere route via de Langstraat richting Milsbeek. Het spoor liep door de kern van Milsbeek en vervolgde zuidwaarts, ten zuiden van de “Onderkant”, richting de CNC. Bij deze compostfabriek voor champignons lag een wisselplek met twee kruissporen.
Op de plek genaamd “Forest Loop” konden treinen elkaar passeren. Vervolgens liep de spoorlijn parallel aan de Aaldonksestraat richting Ottersum. Bij Maria Roepaen maakte het spoor een scherpe bocht naar het zuiden, waarna het de Kleefseweg passeerde en de Niers overstak via een houten brug. Deze brug bestond uit zeven overspanningen van elk 1,8 meter.
Eenmaal over de Niers liep het spoor langs hoeve ’t Oord en de Oordseweg, om tenslotte bij kilometer 50.1 (ongeveer anderhalve kilometer ten oosten van station Gennep, bij het huidige militaire terrein op de Looier Heide) aan te sluiten op de spoorlijn Boxtel-Goch. Dit punt stond bekend als Hommersum Junction, oftewel Hommersum Aansluiting, vernoemd naar de enkele kilometers verderop gelegen plaats.
De aanleg van de spoorlijn (15km) begon eind januari en 4 weken later, op 26 februari, werd deze in gebruik genomen. Omdat er, in tegenstelling tot de gebruikelijke methode, geen grindbed maar een zandbed werd gebruikt, was de kwaliteit van de spoorlijn “matig”. Treinen mochten niet harder dan 30 km/h rijden.
Hoewel niet precies bekend is welke goederen over de lijn werden vervoerd, stellen historici dat de eerste trein een brandstoftrein (met benzine) was. De aansluiting op het traject van de NBDS gebeurde via een boog, waarbij de sporen op het laatste deel enige tijd parallel aan elkaar liepen voordat men met een wissel van spoor kon veranderen.
Op dit traject hebben zich enkele ontsporingen voorgedaan. De gevolgen bleven echter beperkt door de lage snelheid waarmee werd gereden. Omdat de geallieerden kort na de aanleg al veel verder Duitsland in waren opgerukt, werd de lijn hoofdzakelijk gebruikt voor het vervoer van verlofgangers en gerepatrieerden.
Op 11 juni 1945 werd de exploitatie van de lijn overgedragen aan de NS. In de zomer van 1946 werden alle sporen, kruisingsstations en inhaalsporen opgebroken. Ze hadden geen functie meer, en de vele spoorovergangen veroorzaakten hinder voor het reguliere wegverkeer. Alles heeft slechts iets meer dan een jaar bestaan.